Licht en schaduw
“Nigunim” betekent “melodieën” in het Jiddisch en is de naam van een Nederlands klezmerensemble. “Sjotn” betekent “schaduw” en is de naam van hun 3e CD, die ze op 23 mei 2013 presenteerden in de Speeldoos in Baarn tijdens het Klezmerfestival Baarn. En ik was daarbij.
Ik ken een van de ensembleleden en ik houd van klezmer. Maar hoe kon ik weten dat het zo’n overrompelende ervaring zou zijn? Na afloop zeg ik in de camera tegen initiatiefnemer van het festival, Ad Peeters, dat ik sprakeloos ben. Toch hoor ik mezelf even daarna aanbieden om een recensie te schrijven. Hoe kun je de kracht en pracht van deze muziek in vredesnaam in woorden weergeven? Maar beloofd is beloofd.
Nigunim. Al vanaf de eerste tonen is duidelijk dat het hier om bevlogen musici gaat, die niet alleen muziek maken, maar deze in- en uitademen.
David Schwarzkopf is een zeer gelaagd, veelzijdig kunstenaar, die willekeurig welk instrument kan laten zingen. Een zaag bijvoorbeeld, bij het nummer Panne, dat ons een doorkijkje biedt naar de mime-act Duo Doorgedraaid waarmee David ook optreedt. Maar in feite heeft hij alleen al aan zijn klarinet genoeg om een weelde aan kleuren en emoties jankend mooi te verklanken.
Marulka Gijsen is klassieke violiste, maar in haar intense, gepassioneerde timbre brengt ze Argentijnse tango, zigeunermuziek uit de Balkan en filmmuziek van Nino Rota bij elkaar. De grote variëteit aan stijlen is overigens kenmerkend voor het repertoire van Nigunim. Eigenlijk is het bijna geen klezmer meer wat ze spelen. Zoals David al vertelt in een van zijn inleidende verhaaltjes heeft de klezmer altijd de muziekcultuur van het gastland van de joodse emigranten omarmd en omgewerkt. Nigunim laat dan ook horen dat klezmer steeds weer anders klinkt. En steeds weer betoverend.
Bij de vele mooie momenten dat de klarinet en de viool een stukje met elkaar oplopen is het telkens alsof ik word opgetild. Is het hun haast voelbare luisteren naar elkaar, hun gedeelde liefde voor deze muziek, waardoor ze zo ontroerend eensluidend zijn? Ook voor de andere muzikanten geldt dat de instrumenten volkomen samenvallen op de vele vlakken die maar mogelijk zijn: klankkleur, dynamiek, intensiteit, expressie, ritme en natuurlijk harmonie, maar dat is een vanzelfsprekend basisgegeven in dit ensemble.
Accordeonist Hans Booij en contrabassist Pieter van Lier leggen een pulserende, soepele basis voor de verschillende roots en ritmes van de stukken, maar nemen ook delen van de melodie moeiteloos voor hun rekening. Wat zo kenmerkend is voor hen en voor David en Marulka: dat ze egoloos spelen, alsof ze zelf muziekinstrumenten zijn. Heel treffend is dat Pieter bij het applaus ook zijn bas laat buigen.
“Sjotn”staat voor twee tegengestelden: het kan duister en triest zijn, maar ook bescherming bieden. En waar schaduw is, is ook altijd licht. Wat een goede naam voor deze CD. In het gelijknamige laatste stuk buitelen lichtheid en melancholie als onafscheidelijke speelmakkers over elkaar heen. Maar dat geldt eigenlijk ook voor de andere stukken, eigen composities en arrangementen van David en Hans. Is dat dan wat deze muziek zo krachtig en prachtig maakt? Het innige samengaan van glimlach en traan? Inmiddels heb ik de CD al een paar keer beluisterd. En daardoor weet ik dat het vooral de live ervaring is, de magie van het moment, waardoor de melodieën van Nigunim vleugels krijgen.
Met dank aan de goede organisatie van Klezmerfestival Baarn!